Leg een schrijfblok naast je bed en als je dan ’s nachts een brainwave krijgt, schrijf die dan meteen op als je wakker wordt. Een heel goede tip voor schrijvers, maar in de praktijk komt er bij mij in ieder geval weinig van terecht. Al die geweldige ideeën die ik droom of die op poppen in dat grensgebied tussen diepe slaap en bijna wakker lossen op in het niets zodra ik naast mijn bed sta. Dan krijg ik kopjes van twee hongerige katten, moet ik plassen en wil ik koffie. Behalve gisterochtend.
Zoals ik vaker vertel, ben ik volop bezig met het schrijven van Anderland, deel 3 van mijn Leegland-trilogie. Ik heb vorig jaar al een flink deel geschreven, nog redelijk ongestructureerd, maar wel richting een vaag einde. Ik weet namelijk ongeveer hoe de trilogie moet aflopen, maar niet precies. Ik heb wel een einde opgeschreven, maar ik was er nog lang niet tevreden over. En we moeten natuurlijk wel met een knal de wereld van Leegland verlaten.
Wat wil Julius?
Eergisternacht sliep ik dus in, nog namijmerend over de vraag hoe ik Anderland op de perfecte manier kan laten aflopen. En dat is dus de beste tip: concentreer je voor het slapen gaan op de vraag die je als schrijver hebt en dan geeft je onderbewuste hopelijk antwoord. Dan moet je dat antwoord natuurlijk ’s ochtends nog wel weten, maar echt goede ideeën blijven hangen. Zo viel ik tijdens het schrijven van Leegland vaak in slaap met de prangende vraag Wat Wil Julius? Het antwoord liet heel lang op zich wachten. Misschien wel omdat mijn onderbewuste toen al wist dat Julius wel veel kon willen, maar dat het universum hem vreselijk te grazen zou gaan nemen. Geen spoilers, maar wie Leegland heeft gelezen, snapt meteen wat ik bedoel.
Ei van Columbus!
Nu viel ik dus in slaap met de vraag: hoe brei ik een spannend, onverwacht en toch bevredigend einde aan Anderland en daarmee aan de hele trilogie? En ik werd wakker met een glashelder beeld dat helemaal klopt. Maar dan ook helemaal. Nog voor de koffie de Mac opgestart en achter elkaar opgeschreven wat ik in mijn halfslaap had gezien. Uren later alles teruggelezen en ja, het idee stond nog steeds als een huis. Want dat is ook soms een probleem: dan denk je dat je het ei van Columbus hebt gevonden, schrijf je het razendsnel op en zie je de dag erna dat er slechts eierstruif en enkele gebroken eierschalen zijn overgebleven van dat briljante idee.
Schrappen en schrijven
Hoe dan ook. Het einde van Anderland staat. Nu nog de weg ernaartoe goed opschrijven. Dat is de volgende uitdaging. De meeste scènes en ideeën die ik een jaar lang heb genoteerd mogen blijven, want ze leiden naar dat ene einde. Maar niet allemaal. Er moet ook weer flink geschrapt en bijgeschreven worden. Ik heb er zin in. Want dat einde geeft mij het houvast om Anderland een flinke schop te geven. Aan de slag!
Heerlijk hè, als zoiets gebeurd! Succes.