Feithhuis

Ode aan ‘t Feithhuis

Eind oktober bood ik het eerste exemplaar van Leegland aan Keimpe Postema aan. En dat was niet voor niets. Aan de leestafel van zijn monumentale stadscafé in de schaduw van de Martinitoren heb ik veel uren zitten schrijven. Mede dankzij de gastvrijheid van zijn medewerkers, de overheerlijke koffie, smakelijke lunchgerechten en fijne bubbels, is Leegland er gekomen. Vandaar deze ode aan mijn tweede thuis in Groningen.

De plaats waar schrijvers werken verschilt van persoon tot persoon. De een zit het liefst ver weg van de wereld op een stille zolderkamer of in een huisje midden op de hei. De ander kan geen fijnere schrijfplek bedenken dan thuis op de bank, kat of hond ernaast, eigen koffie onder handbereik. Bij mij verschilt dat per moment. Ik kan heerlijk thuis schrijven, maar soms moet ik er even uit. Dan heb ik een andere omgeving nodig om de inspiratie weer te laten stromen. In de stad Groningen is dat voor mij mijn tweede thuis: stadscafé en restaurant ’t Feithhuis.

Historisch pand

’t Feithhuis is voor niet-Stadjers heel gemakkelijk te vinden. Ga recht op de Martinitoren af en je bent er al bijna. Voordat ik jullie vertel waarom ik er zo graag schrijf (en koffiedrink, borrel en eet), even een stukje geschiedenis! Zoals Beno Hofman schrijft op de site van het Feithhuis, schonk de bisschop van Utrecht in 1325 een bouwterrein aan de pastoor van de Martinikerk om er een priesterhuis op te bouwen. Dat huis werd in de vijftiende eeuw vervangen door een pastorie. Door de eeuwen heen is het pand vaak verbouwd en uitgebreid. Er woonden verschillende beroemde Groningers, zoals hoogleraar Franciscus Gomarus. Zijn naam leeft voort in het Gomarus-poortje aan de achterkant van het pand. Verder woonde hoogleraar Theodorus van Swinderen er zijn hele leven. In 1890 werd het gebouw verkocht aan het gezin van de latere rijksarchivaris J.A. Feith, de naamgever van het huidige pand.

Na zijn dood kocht de gemeente het gebouw van en werd het voor allerlei doeleinden gebruikt. Onder andere als studentenhuis en conservatorium. Zo vond ik het zelf heel leuk om te lezen dat het College van Bestuur van de Rijkshogeschool Groningen tussen 1986 en 1990 in het pand huisde. Ik schreef met veel plezier over deze roerige periode in de geschiedenis van de Hanzehogeschool in mijn boek Van Meester tot Master. Na een grondige verbouwing door Architectenbureau Karelse van der Meer in 1994 werd het Feithhuis een geliefd stadscafé en restaurant. Mijn tweede thuis dus.

Schrijven aan de leestafel

Toen ik weer in Groningen kwam wonen in 2000, wist ik ’t Feithhuis al snel te vinden. Eerst vooral om gezellig koffie te drinken, eindeloos lang te ouwehoeren over politiek en lekker te borrelen en te eten. Op een gegeven moment sprak ik met mijn schrijfmaatje Fabien van der Ham af om er op vrijdag samen te gaan schrijven aan de leestafel. En dat ben ik blijven doen, op vrijdag maar ook soms tussendoor, als ik een uurtje over had tussen afspraken in. Ik vond het meteen een heerlijke plek, waar ik, ondanks het geroezemoes om me heen, meters kon maken met mijn verhalen.

De sfeer of de bitterballen?

Ik heb ook op andere plekken in de stad geschreven, maar nergens voel ik me zo thuis als in ’t Feithhuis. Is het de koffie? Misschien. De wijn? Vast ook wel. De bitterballen die ik bestel als mijn jongste dochter weet dat ik daar zit en gezellig langskomt? Zeker ook. Maar niet alleen. ’t Feithhuis heeft dat allemaal en meer. Het is een plek waar zoveel is gebeurd en besproken. Een omgeving die geschiedenis, cultuur en gastvrijheid ademt. Als ik er aan de leestafel ga zitten met mijn roze Mac, mijn vulpen en notitieboekjes, dan voel ik me thuis. Dan ben ik net zo blij als wanneer ik aankom op Schiermonnikoog. Dan ben ik vrij om te creëren en met hun vriendelijke gastvrijheid helpen de mensen van ’t Feithhuis me daarbij. En daarom is ’t Feithhuis mijn tweede huis in Groningen.

Helaas tijdelijk gesloten

Helaas heb ik al sinds het begin van de uitbraak van corona niet kunnen schrijven aan de leestafel van ’t Feithhuis. Keimpe besloot na de uitbraak van de pandemie en de sluiting van de horeca in maart om het pand grondig op te knappen. Medewerkers die normaal gesproken in de keuken of de bediening werkten, gingen aan de slag om op tijd klaar te zijn met schuren, verven en restaureren voor de heropening van de horeca in de zomer. Het mocht niet zo zijn. Na een brand in mei – die gelukkig op tijd kon worden geblust – was er zoveel schade dat al het noeste werk van Keimpe en zijn medewerkers voor niets was geweest. Heel zuur natuurlijk voor hen, maar ook voor ons als vaste Feithhuis-bezoekers. Toen ik in oktober mocht bedenken aan wie ik het eerste exemplaar van Leegland zou aanbieden, wist ik daarom meteen dat ik het wilde aanbieden aan Keimpe en zijn team. Als dank en als hart onder de riem.

Hoop op 2021

Het is nu 6 december en niet alleen ’t Feithhuis is gesloten: alle horeca is weer dicht en niemand die weet hoelang dit nog gaat duren. Ondertussen heb ik al wel een keer gesmuld van de High Tea die je bij t’ Feithhuis kunt bestellen. Ik hoop van harte dat de renovatie snel kan worden afgerond, zodat mijn tweede thuis de deuren weer kan openen zodra het mag. Want ik mis mijn vrijdagen aan de leestafel en heb zoveel zin om daar verder te werken aan Leegland 2. Hopelijk brengt 2021 goed nieuws! Voor nu kan ik mijn mede-Stadjers alleen maar aanraden om thuis te genieten van de heerlijkheden die Keimpe en het team van ’t Feithhuis klaarmaken.