Schrijven als Domino Day

Waar begint een verhaal? Hoe is mijn roman Leegland ontstaan? Laatst nog vroeg iemand me op Facebook waar ik mijn ideeën toch vandaan haal. Die borrelen gewoon op, was mijn antwoord. Opeens zijn ze er en dan kunnen ze het begin zijn van een verhaal. Of niet.

Wijlen Renate Dorrestein schreef in haar boek ‘Het Geheim van de schrijver’ dat je als schrijver niet moet denken dat jij een ‘wrochtende factor van jewelste bent’. Welnee, schreef ze: “Als verhalen, ongeboren kinderzielen, al compleet zijn voordat zij onder de mensen komen, dan hebben zij, om verteld te worden, alleen maar de tussenkomst van een tolk nodig, van iemand die hun betekenis ontrafelt en voor anderen toegankelijk maakt.” Zelf probeerde ze jarenlang verhalen eronder te krijgen. Ze moesten naar haar luisteren, maar ze wilden niet. Totdat ze de verhalen die bij haar aanklopten gewoon tot zich liet komen. Verhalen willen bemind worden, niet met de zweep worden voortgejaagd, schreef ze.  

Plotters en pantsers

Ik leerde van haar dat er twee manieren zijn om een verhaal te schrijven met een glijdende schaal er tussenin. In Amerika noemen ze deze twee soorten schrijvers plotters en pantsers. De term pantser betekent dat je gewoon begint en dus niet van tevoren bedenkt wat je gaat schrijven. Een idee klopt bij je aan, je krijgt er een beeld bij en je gaat schrijven zonder te weten hoe het zal aflopen. Het verhaal kan nog alle kanten op gaan. Zo pakte Dorrestein het aan, al betekende deze aanpak wel dat ze haar manuscripten soms wel zeventien keer volledig herschreef voordat ze ermee voor de dag wilde komen.  Helemaal aan de andere kant van het spectrum heb je de plotters, die stap voor stap hun verhaal uitwerken en pas gaan schrijven als ze precies weten hoe het in elkaar steekt. Thomas Roosenboom doet dat, volgens Dorrestein. En dan zijn er natuurlijk ook nog schrijvers die een balans zoeken tussen die twee uitersten.

Elke steen op zijn plek

Schrijven kun je vergelijken met Domino Day, maar dan in verhaalvorm. Je idee is je eerste dominosteen. Je geeft die steen een zetje, hij valt om, stoot het volgende idee aan en zo verder. Vervolgens kun je ervoor kiezen om die eerste steen te laten staan totdat je een perfect parcours van stenen hebt ontworpen en klaargezet. Je weet dan precies hoe je verhaal gaat verlopen en welke weg je personages afleggen. En je weet ook hoe je verhaal afloopt. Pas als alle reeksen en patronen perfect zijn neergezet, geef je die eerste steen een zetje. En dan gaat het allemaal vanzelf. In theorie tenminste en als er geen mus binnen komt fladderen.

Schrijven zonder parcours

Je kunt ook beginnen zonder parcours. Je tikt die eerste steen omver en je begint met schrijven, terwijl je al doende steeds nieuwe reeksen stenen neerzet. Zo ontstaan er grillige patronen en doodlopende wegen. Om de haverklap ligt de boel stil, want opeens loopt de weg dood, kun je geen patroon van stenen meer leggen en moet je terug. Je zet een nieuw rijtje stenen neer en hoppa, daar stroomt het verhaal weer. Het voordeel van deze aanpak is dat er zomaar personages je verhaal binnen komen wandelen die je niet had zien aankomen. Gebeurtenissen die jij echt niet zelf hebt bedacht kunnen opeens een stempel op het verhaal drukken. Spannend en tijdrovend. Zeventien versies later mag je hopen dat het verhaal echt klaar is.

Meisje in een trein

Uit bovenstaande is wel duidelijk dat ik zelf graag al doende schrijf. Zo heb ik Leegland ook aangepakt. Ik had al heel lang een beeld in mijn hoofd van een jonge vrouw in een trein. Ze kijkt naar buiten en ziet langs het spoor een pad in het bos verdwijnen. Was ik maar daar, denkt ze. Dat meisje werd Senna, mijn hoofdpersoon. In een opwelling meldde ik me aan voor een schrijfmarathon bij het internetplatform Zinniger Zinnen en op 1 maart 2015 schreef ik de eerste duizend woorden van het manuscript dat toen nog Het Verlaten Land heette. En gek genoeg ging dat hoofdstuk niet eens over Senna, maar over Julius, die zonder kloppen het verhaal binnen kwam lopen en niet meer weg wilde gaan.

Na een maand had ik de eerste versie af van een half verhaal. Op dat moment bonsde een ander verhaal op mijn deur een urgent verhaal dat niet op zijn beurt wilde wachten. Drie jaar later kwamen Senna en Julius weer bij mij spoken in de nacht en ik pakte ik hun verhaal weer op. Ik schreef, herschreef, gooide het verhaal overhoop en volgde een blauwe maandag een romancursus bij de Schrijversvakschool Amsterdam. Waar de docent mij op het hart drukte om nooit maar dan ook nooit meer zonder plan een roman te schrijven tijdens een schrijfmarathon.

Elke dag een cliffhanger

Het was inderdaad tijdrovend en omslachtig, maar ben ik blij dat ik het wel zo heb gedaan. Juist door tijdens die marathon elke dag een hoofdstuk te schrijven had die allereerste oerversie van Leegland al de spanning en de vaart waardoor uitgever Anton Scheepstra besloot het te willen uitgeven. Elke dag wilde ik eindigen met een cliffhanger en het gevolg was dat de oerversie al heel spannend was. Al denk ik achteraf dat ik voor mijn volgende roman iets meer dominostenen ga neerzetten voor ik begin dan ik voor Leegland heb gedaan. Maar niet allemaal!

4 gedachten over “Schrijven als Domino Day

Reacties zijn gesloten.